Borstvoeding is niet zo mijn ding… of toch wel?

In december 2020 komen we erachter dat we ons eerste kindje in augustus het jaar daarop (als alles goed gaat) mogen verwelkomen. Al voor de zwangerschap denk je na over borstvoeding geven of niet. We hadden vanaf het begin besloten dat ik zeker wilde proberen om borstvoeding te geven, maar niet alles uit de kast wilde halen en ook echt zou stoppen als het niet zou gaan. Uiteindelijk braken mijn vliezen met 37 weken en 1 dag, en werd ons eerste zoontje (Mats) de volgende dag geboren met een gewicht van 2810 gram. Het kostte hem gelijk veel moeite om aan de borst te drinken. Daarom hebben we in overleg besloten om direct te beginnen met kolven (met de hand) en de eerste melk met een lepeltje aan te bieden.

Moeizame start en kolven

Toen duidelijk was dat Mats moeite bleef houden met het drinken aan de borst en teveel afviel, is Wessel naar Medipoint gegaan om daar een kolf te huren. Zo begon ons kolfavontuur. De kraamzorg gaf aan dat er echt om de drie uur gekolfd moest worden om de productie op gang te brengen en te houden. De melk die ik kolfde, moesten we aanbieden door middel van een spuitje. We deden dit door Mats op onze pink te laten zuigen en tegelijkertijd de melk met het spuitje in zijn mond te spuiten. Hierdoor was het best hectisch in de kraamweek, omdat we veel werk hadden met alleen al de voedingen. De kraamzorg en verloskundige Manouk hielden goed in de gaten of het allemaal niet teveel was. Manouk herinnerde ons er nog een keer aan dat ik van tevoren had aangegeven niet alles uit de kast te willen halen en dat we dat nu toch wel een beetje aan het doen waren.

Strenger beleid en voeden met de fles

Aan het eind van de kraamweek was Mats weer een klein beetje aangekomen en lukte het toch om hem af en toe met een tepelhoedje aan de borst te laten drinken. Toen de week daarna bij de eerste controle van het consultatiebureau bleek dat Mats toch niet genoeg aankwam, werd er weer een strenger beleid ingezet. Dit hield in dat we strikt om de drie uur moesten blijven voeden en dat alle voedingen met een flesje moesten worden gegeven om zeker te weten dat hij genoeg binnen zou krijgen. Vanaf toen is er geen dag voorbijgegaan zonder te kolven. Mats is nog lang ’s nachts twee keer wakker geweest en ook die voedingen kolfde ik, terwijl Wessel het flesje ondertussen gaf. Ik bleef onzeker of Mats wel genoeg voeding binnenkreeg en het aanhappen bij het voeden aan de borst ging ook lang niet altijd vanzelf. Daardoor begon ik het zelfs fijner te vinden om te kolven dan om hem aan de borst te laten drinken.

Het aftellen naar zes maanden

Na ongeveer drie maanden, toen Mats ouder werd, ging het voeden aan de borst steeds wat makkelijker en deed ik het wat vaker. Toch heb ik nooit echt het idee gehad dat de borstvoeding vanzelf ging en vond ik het best een klus. Ik heb dan ook vaak tegen Wessel gezegd dat ik ermee wilde stoppen, maar op de een of andere manier kon ik dat toch niet. Hierdoor was het aftellen tot zes maanden, want die termijn wilde ik uiteindelijk toch wel halen. Ik telde dan ook de dagen af tot het zes maanden was. Toen ben ik begonnen met afbouwen en doordat de melkproductie snel terugliep en ik nog steeds onzeker was of ik zelf wel genoeg gaf, was het borstvoedingsavontuur redelijk snel afgelopen. Een avontuur… dat was het zeker!

De tweede zwangerschap en een nieuwe start

In mei 2023 komen we erachter dat ik zwanger ben van ons tweede kindje. Ik heb altijd gezegd dat ik de borstvoeding niet had afgeschreven. Ik wilde het bij mijn tweede kindje zeker weer proberen, maar ik zou niet weer alles uit de kast trekken. Dat zou voor mijn gevoel echt teveel gevraagd zijn (zeker met nog een peuter in huis). Met 38 weken en 4 dagen beginnen de weeën en de dag daarna wordt ons tweede zoontje (Melle) geboren met een gewicht van 3550 gram. Na de bevalling wordt Melle aangelegd en gelijk nam hij grote slokken van de melk. Dit was een heel andere start dan ik bij Mats had meegemaakt. Ook de voedingen die daarna volgden, gingen prima.

Ontspannen voeden en afbouwen

Vanaf het eind van de kraamweek wilde ik één keer per dag kolven om Melle te laten wennen aan het krijgen van een flesje, zodat hij niet per se afhankelijk was van mij, maar ook iemand anders een keer een voeding zou kunnen geven. Omdat Melle zo’n grote zuigkracht had en daarnaast waarschijnlijk wat spanning op de kaken had, deed dit de eerste paar maanden wel pijn aan mijn tepel, waardoor ik een tijdje de linkerborst afkolfde om de tepel te ontzien. Dit viel echter in het niet vergeleken met de keren dat ik tijdens de vorige kraamperiode kolfde. Na een paar maanden verdween de pijn helemaal en kon ik alle voedingen aan de borst geven. De kolf kon opgeborgen worden! Ik vond het teveel gedoe en ik vertrouwde erop dat Melle toch wel weer aan de fles zou drinken wanneer dit nodig zou zijn. Toen ik een dag weg was en daarna weer moest gaan werken, bleek ook wel dat hij gewoon uit de fles drinkt. Ik begon borstvoeding zelfs een soort van ‘fijn’ te vinden. Waar ik eerder weer in gedachten had om met zes maanden weer te stoppen met de borstvoeding, werd ik nu een soort van verdrietig bij het idee dat ik zou gaan stoppen. Zelfs toen ik met zes maanden naar een festival ging en dus vier dagen niet bij Melle zou zijn, heb ik besloten te gaan kolven om de borstvoeding nog wel op gang te houden. Dit is gelukt en daardoor kan ik nog borstvoeding blijven geven.

Een verschillende ervaring bij elk kind

Ik hoop met mijn verhaal vrouwen te motiveren en te laten zien dat borstvoeding geven aan een eerste kindje heel anders kan verlopen dan bij het tweede kindje.

Benieuwd naar wat we voor jou kunnen betekenen?