Daar liggen we dan om 4:00 uur s’ nachts met zijn drieën in bed, als kersverse papa en mama. Manouk en de kraamverzorgsters zijn naar huis. ‘Ineens’ moeten we voor ons zoontje zorgen. Het voelt nog zo onwerkelijk. Die nacht slapen we niet meer van de adrenaline. We kunnen niet anders dan de hele tijd verliefd naar ons zoontje kijken. Hij is er gewoon!
Non-stop kraamtranen
De volgende middag komt de kraamverzorgster. Omdat ik heel graag borstvoeding wil geven, oefenen we volop met aanleggen. Ons zoontje is niet direct de beste aanhapper en hij slaapt liever dan dat hij drinkt. We oefenen, oefenen en oefenen. Maar het maakt mij enorm onzeker. Ik wil het zo graag zo goed doen. En ja hoor, daar zijn ze: de eerste kraamtranen. De hele zwangerschap was ik vrij stabiel qua hormonen, maar nu in de kraamweek… Het houdt maar niet op met die tranen. Echt om alles heb ik gehuild. Oefenen met tepelhoedje omdat het aanhappen niet lukt? Huilen. Trots zijn omdat het drinken zonder tepelhoedje lukt? Huilen. Terugdenken aan de bevalling? Huilen. Onze ouders die ons zoontje ontmoeten? Huilen. Mijn zoontje even uit handen geven? Huilen. Gelukkig kan ik er nu om lachen.
In onze eigen bubbel
Een dag na de bevalling komen onze ouders voor het eerst ons zoontje ontmoeten. We hebben er bewust voor gekozen om de eerste dagen niemand ons zoontje te laten vasthouden. Wij willen hem rustig laten ‘landen’ en vinden het geen fijn idee dat hij meteen van hand naar hand gaat. Gelukkig was dit totaal geen ding en was hier volle begrip voor. Net zoals dat we het heel rustig aan hebben gedaan qua visite. Alleen ouders en broers/zussen.
Dat gaf mij ook de gelegenheid om heerlijk in onze eigen bubbel te blijven. Het voelde net alsof de rest van de wereld niet bestond. Alleen wij als newborn gezin. En dat voelde zo fijn! Al had het ook een praktische kant: het herstel. Het voelde toch wel heel beurs aan de onderkant. Lopen ging niet meteen heel soepel. Met flink wat koelen en rust ging dit naarmate de week vorderde gelukkig steeds beter.
Niet compleet als mijn zoontje niet bij mij was
De hele kraamweek heb ik boven op bed knuffelend met ons zoontje doorgebracht. Want jeetje, wat vond ik het moeilijk om hem uit handen te geven. Of eigenlijk vond ik het gewoon al heel moeilijk als mijn zoontje niet op of naast mij lag. Negen maanden lang heb ik hem in mijn buik gedragen. En nu was hij ineens los van mij. Hier moest ik zo aan wennen. Ik voelde mij niet compleet als mijn zoontje niet dichtbij was. Iets wat ik vooraf nooit had verwacht zo te ervaren en wat mij ook overviel (hallo nog meer kraamtranen).
Intens en mooi tegelijk
Als je mij nu vraagt hoe ik de kraamweek omschrijf? Als een onwijs mooie week, maar ook een onwijs intense week. Alle kraamtranen, het incomplete gevoel als mijn zoontje niet bij mij was, het wennen aan elkaar, het doorzetten bij het geven van borstvoeding. De hormonen hebben echt een loopje met mij genomen. Wat niet gek is in zo’n week, maar wat ik niet per se van mezelf verwacht had. En tegelijkertijd: het gevoel dat je direct zo veel van zo’n mannetje houdt is zo onbeschrijfelijk mooi en sterk. Samen kunnen we alles aan 😊