Bij december wordt al snel aan de feestdagen gedacht, maar er zijn ook steeds meer mensen die last van psychische klachten hebben tijdens o.a. deze donkere decemberdagen. In deze maand december willen wij graag meer aandacht schenken aan de vrouwencoach, de emoties/psyche tijdens en na de zwangerschap en de begeleiding daarbij. Wij spraken hierover met vrouwencoach Stephanie Nas.
Kun je jezelf even kort voorstellen?
‘Ik ben Stephanie Nas. Na zo’n 10 jaar zelf verloskundige te zijn geweest heb ik me sinds 8 jaar toegelegd op het werk als vrouwencoach. Ik begeleid o.a. vrouwen die een traumatische bevalling hebben gehad, na een miskraam of het voortijdig afbreken van een zwangerschap, maar ook tijdens de periode van het moederschap.’
Waarom heb je uiteindelijk gekozen om verder te gaan als vrouwencoach?
‘Ik merkte destijds in mijn werk als verloskundige, dat er vaak te weinig tijd is voor psychische en sociale begeleiding. In die behoefte wilde ik voorzien en heb daarom voor dit werk gekozen.’
Kan iedereen zich zomaar aanmelden en wordt het vergoed?
‘Ja hoor, in principe kan iedereen zich aanmelden per e-mail. Daarna volgt een gratis intakegesprek van 30 minuten, waarin ik zelf ook een en ander uitleg, een mogelijk stappenplan maak en spreek over de vergoeding. Mijn ervaring is dat 90% van mijn cliënten een vergoeding ontvangt.’
Waarom kiezen vrouwen voor deze begeleiding?
‘In de eerste plaats is het heel laagdrempelig, zeer leerzaam, praktisch en resultaatgericht. En soms hebben vrouwen behoefte aan een gesprekspartner buiten de bestaande sociale kring.’
Hoe ziet deze begeleiding eruit?
‘Dat hangt uiteraard van de problematiek af. We beginnen aanvankelijk met sessies die om de twee/drie weken plaatsvinden en bouwen dit na verloop van tijd af naar iedere twee/drie maanden. Het aantal sessies varieert van 8 tot maximaal 10.’
Waarmee help je zwangere vrouwen vooral en hoe?
‘Voornamelijk met voorbereiding! Zo schrijven we bijvoorbeeld een ‘bevalplan’ om ondermeer de kans op een trauma te verminderen of voorkomen. Weten wat er allemaal op je af kan komen. Maar ik begeleid vrouwen dus ook in hun moederschap na een (traumatische) bevalling.’
Waarmee help je kraamvrouwen en hoe?
‘Meestal kom ik pas in beeld na de kraamperiode van 10 dagen. Ik help vrouwen dan met het verwerken van de bevalling. Een bevalling kan een behoorlijke impact geven op iemands leven en ik probeer daar dan zoveel mogelijk in te coachen.’
Werk je alleen of samen met andere personen of organisaties?
‘Ik werk als zelfstandig coach, maar werk ook samen met huisartsen, verloskundigen, ziekenhuizen, gynaecologen en in enkele gevallen met EMDR-therapeuten.’
Welke tip zou je (aanstaande) ouders mee willen geven?
‘In de meeste gevallen beschikken mensen over een goed ‘vangnet’. Denk daarbij aan ouders, vrienden en familie. Toch kun je op een gegeven moment behoefte hebben aan een luisterend oor buiten deze sociale kring. Een luisterend oor zónder oordeel. Voor dat laatste zijn mensen namelijk soms bang. Als vrouwencoach heb ik geen oordeel. De wachttijd is overigens ook niet lang. Mensen kunnen meestal binnen 1 tot 2 weken bij mij terecht.’
Hoelang werk je al als verloskundige en hoelang werk je al in het CWZ op de afdeling Verloskunde?
Jonneke: ‘Ik ben in 1997 afgestudeerd en toen meteen gaan werken. Sinds 2002 werk ik als verloskundige in het CWZ.’
Hoe ziet een dag op de afdeling Verloskunde er voor jou uit en welke taken heb je daarbij?
Jonneke: ‘Dat verschilt van de soort dienst; als ik spreekuur heb begin ik de eerste twee uren van mijn dienst met het lopen van visites bij de kraamvrouwen en daarna begint het spreekuur op de polikliniek. Heb ik echter dienst op de verloskamers dan houd ik me bezig met de bevallingen, het ontslag van de patiënt maar ben ik ook verantwoordelijk voor de spoedconsulten.’
Hoeveel patiënten verzorg je gemiddeld per dienst?
Jonneke: ‘Poeh, dat is lastig in te schatten. Verloskunde is in feite een spoedafdeling en hier vinden op jaarbasis zo’n 1500 a 1600 bevallingen plaats. Soms is er niemand aan het bevallen, maar je hebt er wel eens diensten bij met vier, vijf bevallingen. En dan heb je een pittige dienst! Dit is wat ik zo leuk vind aan mijn werk; dat hollen of stilstaan, het onvoorspelbare; ik houd ervan’
Hoeveel zorgverleners (en welke) zijn er gemiddeld per dienst aan het werk?
Jonneke: ‘Het aantal aanwezige zorgverleners verschilt per dienst. Overdag zijn er uiteraard meer aanwezig omdat dan bijvoorbeeld de polikliniek geopend is waar vele spreekuren per dag plaatsvinden. Ook wordt er overdag visite gelopen bij patiënten maar ook moeten patiënten geholpen worden bij de normale dagelijkse verzorging; denk hierbij aan het douchen van de kraamvrouw, badderen van de baby maar ook het poetsen van de kamers, verschonen van de bedden etc. Dit alles maakt dat de personele bezetting verschilt per dienst. De verschillende zorgverleners lopen uiteen van verloskundigen, verpleegkundigen, gynaecologen, arts-assistenten, kinderartsen, room service medewerksters, secretaresses, maar ook psychiatrisch verpleegkundigen en anesthesisten.’
Als de patiënt op de bel drukt, wie verschijnt er dan aan haar bed en hoe gaat dit verder qua zorg?
Jonneke: ‘Alle verpleegkundigen dragen een pieper waar de bel van de patiënt op binnen komt, dus zij zijn het eerst aan het bed. Sommige patiënten vragen alleen om een glaasje water. Is er wat anders aan de hand dan zal naar gelang de situatie een dienstdoende verloskundige of arts(-assistent) erbij worden gehaald.’
Hoe ziet de samenwerking eruit tussen de verloskundige/arts-assistent en verpleegkundige bij een telefoontje van de patiënt?
Jonneke: ‘Er is 1 verpleegkundige per dienst die de spoedtelefoon bij zich draagt. Zij zal de patiënt dus als eerste spreken, een inschatting maken en daarna de arts of de verloskundige consulteren. In overleg wordt dan beslist wat de actie zal zijn.’
Voor welke consulten komen patiënten zoals en wat is hierin de rol van de verpleegkundige? Wat is hierin de rol van de verloskundige?
Jonneke: ‘Patiënten kunnen met een breed scala aan vragen of klachten komen voor een consult. Het varieert van overmatig braken, bloedverlies, geen leven voelen tot hoge bloeddruk. En natuurlijk alles wat met bevallen te maken heeft. De verpleegkundige is degene die de patiënt ontvangt en naar de kamer begeleidt wanneer zij zich bij ons meldt. Wanneer bijvoorbeeld een moeder geen leven voelt, zal de verpleegkundige het CTG aanleggen. De verloskundige zal vervolgens het CTG beoordelen en een echo maken.’
Hoe ziet de samenwerking eruit tussen de verloskundige/arts-assistent en verpleegkundige tijdens een vaginale bevalling? Wie heeft welke rol/taken?
Jonneke: ‘Normaliter wordt de bevalling gedaan door de verloskundige en deze wordt daarin bijgestaan door de verpleegkundige. Als er een complicatie is zal de verloskundige er een arts bij halen. De hoogrisico patiënten worden vanaf het begin al door de arts begeleid. De verpleegkundige assisteert en neemt daarna de zorg voor moeder en kind op zich.’
Hoe ziet de samenwerking eruit tussen de verloskundige/arts-assistent en verpleegkundige tijdens een keizersnede? Wie heeft welke rol/taken?
Jonneke: ‘Als verloskundige ben ik in principe nooit aanwezig bij een keizersnede. Heel soms ga ik mee, maar dat is dan voor de partner. Normaal gesproken is het een samenwerking tussen de gynaecoloog en twee verpleegkundigen, waarvan een van hen de partner tijdens de keizersnede bijstaat. De kinderarts is ook altijd op de operatiekamer aanwezig voor de opvang van de baby.’
Hoe ziet de samenwerking eruit tussen de verloskundige/arts-assistent en verpleegkundige tijdens een spoedsituatie?
Jonneke: ‘Op spoedsituaties wordt maandelijks geoefend middels de zogenaamde “skills & drills training”. Deze trainingen worden gefilmd zodat we later terug kunnen zien wat er goed ging en waar verbetering of verandering nodig is. In acute situaties is samenwerking van groot belang. Je hebt geen tijd om na te denken hoe of wat, je moet dan gewoon handelen. Ieder heeft zo zijn/haar taak. We beschikken over een noodbel. Op het moment dat er nood is druk je hierop en komt iedereen die aan het werk is aanrennen waardoor je dan meteen extra hulp hebt. Echter, het gebeurt ook wel vaker dat een kind, dat op bezoek is bij een patiënt, per ongeluk op de noodbel drukt. Dan rennen we allemaal maar blijkt er gelukkig niks mis te zijn. Hebben we wel weer onze beweging gehad (lachend).’
Welke dingen mag een verpleegkundige op eigen initiatief doen of heeft zij overal toestemming voor nodig van de dienstdoende verloskundige of arts-assistent? Wie is verantwoordelijk voor welke zorg?
Jonneke: ‘Alles is protocollair vastgelegd, zodat iedereen weet wat hij/zij moet of mag doen. De eindverantwoording ligt uiteindelijk bij de gynaecoloog. Een zekere hiërarchie is noodzakelijk in een ziekenhuis. Top down is dat dus: de gynaecoloog, arts assistent, verloskundige en verpleegkundigen. Een verpleegkundige heeft voor vele handelingen een opdracht nodig. Zonder opdracht, of medicatievoorschrift mogen dingen niet uitgevoerd worden. Een noodsituatie is wel de uitzondering op de regel; dan handelen we eerst en komt het papierwerk later.’
Heb je een leuke situatie of anekdote die je met ons wil delen met betrekking tot de samenwerking met de verpleegkundige?
Jonneke: ‘We hebben een team waarin we ontzettend veel lachen, het is vaak erg gezellig om te werken. Ik heb niet echt een anekdote maar ik vind het een enorme eer dat ik door verpleegkundigen of collega’s van de afdeling gevraagd wordt hun bevalling te begeleiden, dat vind ik toch een mooi compliment, dat zij dat speciale moment in hun leven aan jou toevertrouwen. Het is heel bijzonder om daar bij aanwezig te mogen zijn.’