Op woensdag neemt mijn groep 8 afscheid van de basisschool. ’s Ochtends bel ik met Mieke, ik ben wat roze afscheiding verloren. Ik ben op dat moment 33 weken en 5 dagen zwanger. Na een aantal vragen, stelt verloskundige Mieke me gerust en rijd ik door naar mijn werk. De laatste schooldag is altijd een drukke en hectische dag.
’s Middags gaan we lunchen, hebben we afscheid van verschillende collega’s en ’s avonds ga ik naar het afscheidsfeest van mijn groep 8. Tijdens de lunch merk ik dat mijn onderbroek een beetje nat is en in mijn jurk zit een klein vlekje. Er gaat geen belletje rinkelen en ik voel me goed. Ook de dag daarna ga ik gewoon naar mijn werk.
Mijn kleding is nat
Bij thuiskomst bel ik mijn moeder, mijn ondergoed (inclusief inlegkruisje) en spijkerbroek zijn nat. Op haar advies bel ik toch maar even naar YuuX. Ik krijg Dieke aan de telefoon, ik doe mijn verhaal en ben redelijk rustig. Dieke zegt dat ik mijn tas in moet gaan pakken en dat ze eraan komt, we moeten naar het ziekenhuis. Vanaf dat moment is er paniek, ik krijg Wout niet te pakken (hij is aan het sporten), dus bel ik mijn moeder. Binnen twee minuten staat zij gelukkig voor mijn deur en niet heel veel later is Dieke er ook. Dieke ruikt aan mijn ondergoed (ze ruikt heerlijk wasmiddel, maar of ze vruchtwater ruikt?) en luistert naar de baby. Hij doet het super! Ondanks alle stress en paniek blijft mijn bloeddruk mooi laag.
Er worden drie testjes afgenomen
We vertrekken naar het ziekenhuis en ik word in een rolstoel door het ziekenhuis gereden. De gynaecoloog legt uit wat ze gaat doen, er worden drie testjes afgenomen om te checken of het vocht dat ik verlies vruchtwater is. Gelukkig hebben we in de auto onderweg naar het ziekenhuis Wout weten te bereiken en tijdens het tweede testje komt hij de ziekenhuiskamer binnenlopen. We huilen samen, want we zijn allebei geschrokken. Pas bij het derde testje is het duidelijk: ik verlies vruchtwater. Ik heb vroegtijdig gebroken vliezen. De gynaecoloog legt rustig uit wat de vervolgstappen zijn. Ik moet een paar dagen in het ziekenhuis blijven, de kans is groot dat binnen 48 uur de bevalling begint. Mocht dat niet zo zijn, dan moet ik iedere dag op controle komen in het ziekenhuis voor een CTG/ hartfilmpje en moet ik verder vooral rustig aan doen. De bescherming voor de baby is ‘verbroken’, hierdoor is er een grotere kans op infecties.
Ik blijf een nacht in het ziekenhuis
Donderdagnacht slaap ik in het ziekenhuis, ik voel me goed en heb niet het idee dat de bevalling al gaat beginnen. Vrijdag mag ik rond 12.00 uur naar huis, alles ziet er goed uit en de baby vermaakt zich prima. We weten nu dat ik in ieder geval niet langer dan 38 weken zwanger zal zijn, want dan gaan ze hem halen i.v.m. infectiegevaar. Tot die tijd hopen we dat hij nog even doorgroeit.
De tijd haalt ons in
Het weekend doen we rustig aan, komen we bij van de schrik, pakken de vluchttas in en schrijven een bevalplan. Zondagavond in bed vertel ik huilend dat ik nog wil navragen of YuuX wel bij de bevalling is, ondanks dat het ziekenhuis de zorg heeft overgenomen. We spreken af dat we nog even bellen, om dat na te vragen. Helaas haalt de tijd ons in. In de nacht van zondag op maandag verlies ik wel erg veel vruchtwater (veel meer dan vanaf woensdag). Ik verschoon mezelf en ga weer slapen. Na ongeveer 20 minuten maak ik Wout wakker en bel ik op het toilet het CWZ. We krijgen de vraag of we morgenochtend voor de controle komen, of toch liever nu? We besluiten om toch maar even naar het ziekenhuis te gaan.
Komt de baby vandaag?
In de auto benoem ik dat ik pijn aan mijn rug heb, iets dat ik wel vaker zeg i.v.m. jarenlange rugklachten. Wout vraagt mij heel verstandig of het constante pijn is? Zodra hij die vraag stelt, weet ik dat het is begonnen, dit zijn weeën. Fijn dat er iemand nog helder kan nadenken. Rond 03.00 uur komen we in het ziekenhuis en word ik meteen aan het CTG gelegd. De weeën zijn aanwezig en ook al wel echt binnen een paar minuten. Ik ben 34 weken en 3 dagen zwanger en de baby lijkt vandaag geboren te gaan worden. We worden verplaatst naar een bevalkamer en ik besluit even onder de douche te gaan, hopelijk helpt de warmte tegen de pijn aan mijn rug. Er wordt ons daarna geadviseerd om even te gaan slapen, want alle slaap die we nu pakken is mooi meegenomen. Ik voel aan alles dat ik echt niet meer kan slapen, de weeën worden heftiger.
De ontsluiting neemt snel toe
Bij controle van ontsluiting blijk ik al 4 cm ontsluiting te hebben. We spreken af dat ze over twee uur terug komen (ik vraag me hardop af of ik dit nog wel 2 uur ga volhouden). Na ongeveer anderhalf uur druk ik op de knop, de weeën zijn heftig, de verloskundige voelt nu 8 cm ontsluiting, dit gaat snel. Rond 07.00 uur is er een shiftwissel en krijg ik een andere verloskundige, hier was ik een beetje angstig voor, maar wat een topper komt er vanaf dat moment aan mijn bed staan. Ik voel me enorm op mijn gemak en het lukt me goed om tussen de weeën te ontspannen. De weeën bij 9,5 cm ontsluiting waren heftig, wegpuffen kostte moeite. Gelukkig kreeg ik toen het verlossende woord: ik mocht gaan persen.
Na de knip nog drie keer persen
De omschakeling van puffen naar persen was wennen, ik had geen idee hoe dit moest. Gelukkig lukte het met wat tips na drie keer persen een stuk beter. Er zat beweging in en de baby deed het nog steeds goed. Omdat hij zo klein was, wilde de verloskundige niet te lang grote druk op het hoofdje van de baby. In overleg met mij hebben ze een knip gezet, hier voelde ik helemaal niets van. Na drie keer persen was onze Guus er. Wat een bijzonder en overweldigend gevoel was dat! In totaal heb ik ongeveer 40 minuten geperst. Hij weegt 2350 gram, wat is hij klein. Maar voor een prematuur geboren baby, is zijn gewicht zeker niet laag! Guus doet het goed en mag zelfs een half uurtje bij mij op de borst liggen, ondertussen moet de placenta geboren worden, ik was bang dat dit nog heftig ging worden, maar het ging heel soepel.
Guus wordt meegenomen door de kinderartsen, op naar de afdeling neonatologie. Wout gaat met hem mee en voor mij wordt goed gezorgd (hechten, douchen, eten/drinken, plassen). Na een tijdje mag ik naar Guus toe. Hij hoeft niet aan de beademing, maar heeft wel een sonde voor de voeding. Uiteindelijk heeft Guus één maand en één dag in het ziekenhuis gelegen om aan te sterken, dit was een heftige periode. Daarna mochten we hem mee naar huis nemen en is het eindelijk zoals het hoort: met z’n drieën thuis.